Aflevering 2: ‘Halfvol’
‘Neeeeeeeeeeeee’! een gil slaakt over de zee. Voor Hulpdakdekker het weet staat iedereen naast hem. Maikemeisje:’ Wat is er aan de hand’? Ibung:’ Ze hebben toch niet de alcohol grens verhoogd naar 70 jaar’? Hulpdakdekker wijst naar een potje op de grond. ‘Een halfvolle pindakaas pot’ zegt Grasisgroen bedenkelijk. Maikemeisje kijkt door de ruimte:’ Wow, de schappen zijn helemaal leeg’! Hulpdakdekker huilt zachtjes:’ De pindakaas is op’. Maikemeisje gilt: ‘Aah kijk een muis’! Ze rent snel naar haar kapiteinshut en verdwijnt. Ibung haalt een mop tevoorschijn:’ Denk jij wat ik denk, grasisgroen’? Grasisgroen:’ Die muizen gaan hoofdpijn krijgen’! Hulpdakdekker:’ Nou praktisch gezien zouden die muizen de potten niet open kunnen krijgen niet, behalve als ze gemuteerd zijn, ach whatever ga jullie gang en pleeg een massamoord, zei ik dat nou hard op’? Ibung is al lang de vloer aan het aanvegen met de muis in kwestie. ‘Pak aan! En denk er maar niet aan om bij mijn wijn te komen vuil beest’! Ibung slaat zo hard dat de mop in tweeën breekt:’ Oepsie’.
Hulpdakdekker en Duncton zijn Maikemeisje achterna gegaan de kapiteinshut in. Hulpdakdekker:’ We moeten naar land, pindakaas inslaan’. Duncton:’ Dan wijken we van de route af’. Hulpdakdekker:’ Wie heeft jou hier president gemaakt’? Duncton:’ Dit onderzoek is echt wel belangrijker dan een tekort aan pindakaas’. Hulpdakdekker en Duncton staan boos tegen over elkaar. Maikemeisje:’ Heren heren, de klant is koning zeggen we altijd bij de AH. Elke klant, dus we gaan gewoon even een dagje naar land en daarna weer verder naar het zuiden’. Duncton:’ Fijn’. Hij sluit zich op in zijn kamer en begint op zijn gitaar te spelen. Hulpdakdekker geeft een draai aan het stuur:’ Op naar euhm…euhm… welk land ligt er in die richting’? Maikemeisje:’ Mozambique’. Hulpdakdekker:’ Mozambique’!
Aangekomen op Mozambique stappen Hulpdakdekker, Grasisgroen, Ibung en Maikemeisje uit. ‘Jij past op de boot toch Duncton’ roept Maikemeisje voor de zekerheid’. Duncton roept terug:’ Ja’. Maikemeisje:’ Laten we inkopen gaan doen jongens, hou de tijd goed in de gaten, we hebben niet lang anders gaat meneer de onderzoeker stoom blazen’. Hulpdakdekker:’ Op zoek naar pindakaas’! Ibung:’ En een nieuwe mop’. Voordat Maikemeisje slechts één keer met haar ogen knippert is iedereen verdwenen:’ Jongens, dit is een vreemd land dus wees voorzichtig…en gedraag je’. Hulpdakdekker staat al bij een kraam die voedsel verkoopt:’ Misschien hebben ze hier wel geiten die pindakaas geven’. Ibung is al verdwaald:’ Móóóóóp! Wie heeft er een móóóóp!? Huh waar ben ik’? En Grasisgroen is op een andere geheime missie:’ Op zoek naar de juiste motor voor mijn vliegtuig tralalala’. Hulpdakdekker kan maar geen pindakaas vinden en probeert een geit te melken, wat de eigenaar niet erg op prijs stelt. ‘gamelagamelagamela’. ‘Ja, u heeft ook een leuke hoed’ antwoord Hulpdakdekker. Woest begint de man te schreeuwen:’Gamelagamelagamela’. Hulpdakdekker:’ Oh… is het geen hoed’? Maikemeisje merkt de ophef op en sleurt Hulpdakdekker bij de kraam vandaan:’ Ik zei toch, geen problemen maken’! Hulpdakdekker:’ M-maar..’. ‘Misschien kan ik jullie helpen’? Een vreemde stem die Nederlands spreekt komt achter hun vandaan. ‘Aangenaam, Aapje’. ‘Oh ben jij dat van die film dat apen de wereld over nemen’? vraagt Hulpdakdekker. Aapje:’ …..Nee. Maar wat ik wel ben is een Nederlander, met een voorraad’. Hulpdakdekker springt op:’ P…’. Aapje onderbreekt hem:’ Pindakaas ja’. Hulpdakdekker doet een dansje. Maikemeisje:’ En hoeveel moet dat kosten’? Aapje:’ Het is zeker niet goedkoop, maar ik heb een andere deal. Jullie zijn met een boot toch’? Maikemeisje:’ Dat klopt’. Aapje:’ Ik wil hier weg, mijn vriendje kan me niet goed bereiken hier en ik ben deze plek zat. Dus als jullie mij meenemen op jullie boot, dan krijgen jullie het voedsel erbij’. Hulpdakdekker:’ DEAL’. Maikemeisje:’ Daar moeten we over nadenken’. Aapje:’ Ik heb ook bananen’. Maikemeisje:’ Nou oké dan’.
Terug bij het schip aangekomen laden ze de pindakaas en bananen de boot in. Aapje loopt naar Duncton toe:’ Aangenaam Aapje, bananenverkoper en vanaf nu lid van de bemanning’. Duncton kijkt raar op wanneer hij haar ziet. Wat een idioten denkt hij. Grasisgroen komt vrolijk de boot op:’ Ik heb een motor gevonden jongens’! Ibung is door een inwoner van het dorp naar de boot gebracht:’ Ik heb een móóóóp!... en bananen rum’. Maikemeisje:’ We hebben dus alles wat we hebben moesten. Zet het zeil maar weer uit’! Hulpdakdekker:’ Pfff nee eerst even uitrusten, mijn tank is echt halfvol’.