Wat is waar?
1. Toen ik op de basisschool zat, moest ik ooit tijdens een vakantie oppassen op de goudvissen van de buren. Toen de buren terug kwamen, leefde de goudvissen niet meer.
2. Ik ben in Barcelona ooit bestolen van mijn portemonnee in de metro. Ik vond de portemonnee terug, zonder cash, maar nog wel met mijn creditcard.
3. Ik ben ooit bijna uit een achtbaan gevallen.
4. Ik heb ooit onterecht een boete gehad voor een snelheidsovertreding, omdat ze nummerplaat verkeerd ingelezen hadden.
5. Ik heb alleen een zwemdiploma A.
6. Ik ga in september voor de 2e keer in mijn leven een bezoekje brengen aan New York.