4.30 uur: wakker gemaakt door zoon. Hij had een klein ongelukje gehad en wilde eigenlijk, ook wel opstaan. 6:00 uur: weer wakker gemaakt door zoon. Weet eigenlijk niet eens meer waarom. 7.00 uur: van de wekker. Ik moet zoon wakker maken want hij heeft een voetbalwedstrijd. Meneer wil liever nog even blijven slapen