Dit klopt niet: de kans dat de twee andere finalisten van een startgroep van tien hetzelfde geslacht hebben als de mol is 1/6 (2/9 in 2002). Je moet er namelijk rekening mee houden dat als er al twee mannen in de finale zitten, de kans op een man als derde kleiner is dan de kans op een vrouw omdat er dan minder mannen dan vrouwen over zijn. Als je dat alles combineert, is de kans op vier finales met de verhouding 2-1 precies 45%.
Inderdaad zonder teruglegging(MMM,VVV = 2*5/10*4/9*3/8 = 1/6)
Dat scheelt inderdaad zo'n 10 %.
Mijn afweging was om het model simpel te houden(met teruglegging) om het idee goed over te kunnen brengen. Nl. per keer bestaat er een redelijke kans op drie mannen of drie vrouwen als finalisten. En er bestaat na een groot aantal afleveringen een grote kans dat het een keer voorgekomen zal zijn. Wat ik hierboven zag en ook elders op het forum is, dat een dergelijke combinatie niet gekozen wordt (althans ik kon er zo snel geen voorbeeld van terugvinden). Ik was benieuwd of dat ook voor de polls gold.
Volgens mij is er hier niets bijzonders aan de hand.
Klopt, het aantal series(4) is niet groot genoeg om wat dan ook te kunnen concluderen.
Het lijkt er wel op dat vrouwen beter zijn in het vangen van de mol. Kijk maar wie op de juiste mol stemden: 2000: Petra; 2001: Sigrid, Yvonne, Doortje en Dan; 2002: John en Jantien; 2003: Ron, Chandrika en Rene. Dat zijn 6 vrouwen en 4 mannen. En dat terwijl er meer mannen dan vrouwen aan dit programma hebben meegedaan...
Aangezien je exact wil zijn:
Het aantal steekproeven(lees: series) is niet groot genoeg (dus te grote foutmarge) om welke conclusie te trekken. (afwijking is niet significant)
Dus als je straks de pool invult en je weet het echt niet, dan kan je het beste voor zowel de winnaar als de verliezer een vrouw invullen.
Stel dat we je advies volgen dan moet een redelijk aantal mensen 3 vrouwen als finalisten invullen. Namelijk al diegenen die denken dat de mol een vrouw is en verder geen argumentatie weten.