Leuke column op nu.nl :
Nederland is groter dan België. En rijker. En we zijn met méér. Wij hebben een regering, zij niet. Wij hebben een veel beter nationaal voetbalelftal. En we zijn ook slimmer - we tappen niet voor niets moppen over ze. We verstaan niets van wat ze zeggen. Niet van de Walen, en al helemaal niet van de Vlamingen.
Vlamingen eten alleen maar frieten. En ze drinken pinten alsof het limonade is. O ja, ze hebben daar lelijke rolluiken voor de ramen van hun huizen. Aan wegen doen ze niet: het zijn hooguit lukraak neergesmeten betonplaten. Ik weet zeker dat je in ieder willekeurig Vlaams gat tien afleveringen van Jambers kunt opnemen; halvegaren genoeg.
Het enige wat je nodig hebt is een camera en een zware stem. 'Dit is Peerke. Overdag is hij postbode, maar 's avonds, na zijn werk, verandert Peerke in Josephine: een blonde travestiet die haar nagels slaat in iedere man die ze ziet.'
Rare jongens, die Vlamingen. Maar stiekem wil ik soms niets liever dan er ook een zijn.
Koers
Ik ben jaloers. Vlamingen hebben iets wat wij niet hebben: koers. Wielrennen zoals wielrennen bedoeld is. En ze hebben het in overdaad. Kijk maar eens naar deze week. Zaterdag: de E3 Prijs. Zondag: Gent-Wevelgem. Dinsdag, woensdag, donderdag (zelfs twee etappes): de Driedaagse De Panne. En zondag het grootste feest van allemaal: de Ronde van Vlaanderen. Ieder jaar opnieuw. Zij hebben alles en wij hebben niks. Het is niet eerlijk.
Er zit niets anders op dan deze week naar Vlaamse tv-zenders te kijken. Maar eigenlijk word je daar alleen maar jaloerser van. Die Vlaamse wielercommentatoren halen termen uit de kast waar wij alleen maar van kunnen dromen.
De helft wat ze zeggen begrijp ik niet (wat betekent in hemelsnaam 'hij is aon 't eind van zunne bobijntje'?), maar dat maakt het alleen maar mooier. Vlaams is de taal van de koers. Van de week hoorde ik de commentator/filosoof/dichter/oud-renner José de Cauwer het woord goesting lispelen. Goesting, met een g zo zacht dat het leek alsof hij zijn cavia aaide met zijn stembanden. Ghhhoesting. Een woord als een zucht. Zo mooi.
Hunkering
Goesting betekent zoiets als hunkering. Maar het is veel meer dan dat. Goesting is moraal, motivatie, ambitie, zin. Goesting is smachten naar de koers. Goesting is de Oude Kwaremont en de Koppenberg en de Berendries en de Muur van Geraardsbergen. Goesting is een modderig kasseienweggetje door een weiland.
Goesting is een dorpsplein waar de renners voor de start door duizenden fanaten worden vereerd als engelen. Goesting is de auto die al honderd jaar voor de koplopers uit rijdt en altijd hetzelfde Rodania-liedje uit de luidsprekers op het dak laat tetteren.
Goesting is de grootmoeke met haar bloemetjesjurk die in haar deuropening staat te klappen voor een eenzame achterblijver. Goesting is het kleine jochie dat zegt dat hij later, als hij groot is, het allerliefste Tom Boonen wil worden.
Emigreren
Ik wil ook goesting. Al is het maar een heel klein stukje. Vanavond eet ik frieten en drink ik pinten. En morgenavond ook. Net als de avond daarop, die daarop, die daarop en die daarop. Ik oefen op mijn zachte g, ik emigreer zondag naar de Oude Kwaremont of de Koppenberg en ik overweeg mezelf Peerke te noemen.
Laat al die Ollanders maar lachen. Ik ben Vlaming. Deze hele week lang.