In de kantoren van de Titanic vindt Jon maarliefst 2030 euro. Hij vindt achtereenvolgens halve biljetten van 250, 10, 1000, 250, 20 en 500 euro. Maar hoeveel halve biljetten pasten op die van de andere groep?
Daarvoor moeten we weten welke halve biljetten groep 1 vond. Dat wordt niet getoond, maar een poging kan worden gedaan om dit na te gaan aan de hand van wat wel getoond is.
Aannames: in elke envelop zat maar 1 biljet. Er bestaan biljetten van 10, 20, 50, 100, 250, 500 en 1000 euro.
We zien Froukje niets vinden. Uit het fragment tijdens Hans' biecht blijkt inderdaad dat ze niets vond.
Sebastiaan zien we 4 enveloppen vinden, waarvan 1 met de vrijstelling. We zien hem '50' vinden, we horen hem '250' zeggen, en later als hij geld aan Froukje geeft '500' zeggen. Bij elkaar is dit 800 euro en 3 enveloppen met geld (klopt).
Froukje telt 1300 euro. Hier zit geen geld van Dennis bij, want die komt dan net aanlopen. 1300 - 800 (Sebastiaan) - 0 (Froukje) = 500 euro van Hans. We zien Hans 1 envelop vinden, dus zat hier een half biljet van 500 in.
Het totaal van groep 1 is 1900 euro. 1900 - 1300 = 600 euro van Dennis. We zien Dennis 2 enveloppen vinden, dus heeft hij halve biljetten van 100 en 500 euro gevonden.
Froukje: 0 euro
Hans: 500 euro (500)
Dennis: 600 euro (100 + 500)
Sebastiaan: 800 euro (50 + 250 + 500)
Jon vond: 250, 10, 1000, 250, 20 en 500. Dit zou maximaal 750 euro waard kunnen zijn (250 en 500).
Dit is wel een verschil met 2030 euro, maar aan de andere kant is het een aanzienlijk deel van de totaal verdiende 1350 euro. Of dit Jon dus verdachter of minder verdacht maakt zou ik zo niet kunnen zeggen.