Topic: Woordslang

[Dorine]

MEEdenkende mensen zouden heus wel meteen begrijpen wat er bedoeld werd

[Robin]

dus was er geen vuiltje aan de lucht

[lebon simon]

tenzij voor Eke die ondertussen verdwaald was in het grote donkere bos.

[Robin]

in het grote donkere bos woonden luipaarden en giraffen

[Dorine]

fenneke, haar zusje begon nu wel ongerust te worden. Haar zusje gedroeg zich nooit onverantwoordelijk en nu was ze al úren weg.

[Lorelei]

Grimmig is dat bos wel dacht ze, en er lopen ook aardig wat ongure types rond, zoals wolven en meisjes met rode kapjes en pistolen!

[Dorine]

en inderdaad...achter de struik waar eke zat, lag een wolf en die was aan het ontwaken van de geur van mensenvlees

[molice]

snel kroop Eke weg onder een steen, toen ze de wolf in de gaten kreeg

en inderdaad...achter de struik waar eke zat, lag een wolf en die was aan het ontwaken van de geur van mensenvlees

Kaboutervlees

[Dorine]

egel Wim zat ook onder die steen en leek niet zo blij met het kabouterbezoek.

[molice]

Eke werd door de egel (die haar stak ) onder de steen vandaan geschopt, daar stond ze dan, oog in oog met een grote wolf die haar met gemak in een hap kon inslikken

[Dorine]

kennelijk was Eke een heel slim kaboutervrouwtje want ze had een stekel van de egel afgetrokken en prikte die in de neus van de wolf.

[molice]

de wolf schrok hier zo van dat hij het op een lopen zette. Eke hield zich goed vast aan de wolf's dikke vacht

[Dorine]

achteloos liet ze zich vallen toen ze op de hoek van het pad was en het kabouterdorpje om de hoek was. terug naar het feest dacht ze.

[Ongewensd Persoon]

Ze was zo dichtbij thuis, maar toen opeens hoorde ze vanuit bosjes 'Help, help'

[Kukai]

Paniek in haar kleine kabouterbreintje.

[Robin]

en ze rende naar het dorp om hulp te zoeken..

[molice]

Niemand, er was helemaal niemand meer

[Ongewensd Persoon]

Er was bezoek geweest van Gargamel, na jarenlang speuren naar smurfen had hij een nieuwe roeping gevonden: kabouters

[Robin]

snel verstopte hij zich onder de keldertrap

[Kukai]

Paniek in zijn kleine kabouterbreintje.