Even voor de goede orde - de meeste goede niet-grafische rekenmachines tegenwoordig hebben oof nCr en nPr functies. Met eeen goede rekenmachine wordt er dus wel een verstaan die -redelijk algemene- functies heeft als sinis, cosinus, logaritmen en dergelijke.
automatische berekening? grafische rekenmachine? Oh, daarom vinden jullie het tegenwoordig gemakkelijk...
Rekenmachines waren bij ons verboden tijdens wiskunde A... dus wij moesten deze zaken gewoon met pen en papier uitrekenen...
en dat tot de macht tekentje... hmmm, kan ik me niet meer zo herinneren,
Maar goed...
Een rekenmachine is om het -domme- calculeerwerk te vergemakkelijken. Leerlingen horen zelf te weten dat 7-in-het-kwadraat 7x7 en daardoor 49 is. Dat betekent nog niet dat het ook maar enigszins zinvol is de leerling bij elke opgave hoofdrekenwerk met pen en papier te laten oplossen. Wiskunde gaat meer de manier waarop je een probleem kan bezien, en daarmee op kan lossen, dan brute-force rekenen. Als de leerling via opgaven en proefwerken genoeg heeft laten zien dat het concept van kwadraten is gesnapt, prima, laat hem/haar in het vervolg een rekenmachine pakken voor 13.69^2 in plaats van 5 minuten te zwoegen. Dat, namelijk, is compleet nutteloos.
Zo-ook bovenstaand voorbeeld. De methode, zoals eerst ook tot huilen toe onderwezen, om de hoeveelheid combinaties uit te rekenen [de nCr-functie] is nCr = n!/((n-r)!r!). Hierbij is n je totale hoeveelheid objecten [hier 9 meisjes] en r de hoeveelheid daarvan die je moet rangschikken.
Om dit uit te schrijven zou je het volgende krijgen: 9!/((9-2)!2!). Als je wederom lekker ouderwets wilt doen met pen-en-papier, dan krijg je 9*8*7*6*5*4*3*2*1 / (7*6*5*4*3*2*1*2*1). Leerling snapt 5 minuten later dat de rekensom dus 362880 / 10080 is. 10 minuten, en een staartdeling die anderhalf kantje beslaat, later is de uitkomst 36.
Omdat we tegenwoordig allemaal vinden dat de barbaarse jaren achter ons liggen, hoeven leerlingen tegenwoordig alleen nog maar aan te tonen dat ze snappen wat de functie inhoudt, hoe die werkt, waarom hij werkt, en enkele keren zelf uit te schrijven.. om daarna toe te laten dat ze de rekenmachine pakken.
DAn nog een laatste vraag... op het moment dat er één van die 9 meisjes linkshandig is, verandert de kans voor die tweede toch? (want dan moet nog maar 1 van de overige 8 linkshandig zijn)
Nee, de linkshandigheid is volkomen onafhankelijk. Voor meisje 1 is de kans op rechthandigheid 90%, voor meisje 9 evenzogoed - en ook voorde anderen in het midden.