De haas en de schildpad (met voorsprong) beginnen tegelijk te lopen. Wanneer de haas op de positie gekomen is waar de schildpad begonnen is, zetten we de tijd even stil. Terwijl de haas aan het rennen was, heeft de schildpad ook gelopen en dus een afstand afgelegd. De schildpad heeft dus nog steeds een voorsprong. Deze voorsprong is natuurlijk wel kleiner geworden. We laten de tijd weer lopen, en wanneer de haas op de nieuwe positie van de schildpad gekomen is zetten we te tijd weer even stil. Net als tijdens de eerste keer heeft de schildpad ook weer een afstand afgelegd. De schildpad heeft nog steeds een voorsprong. Dit kunnen we blijven herhalen. De voorsprong word steeds kleiner en kleiner, maar hoe klein ook, de voorsprong zal blijven bestaan. Met andere woorden, de haas kan de schildpad nooit inhalen!!