Ik zal voortaan triple-checken of een raadsel niet ambigue is als er ook maar enige vorm van wiskunde in voorkomt welke niet zou worden gesnapt door een kind van 4. Voor je het weet zijn wiskundigen het niet eens en heb je een discussie van 10 paginas aan je broek.
Okay, een oude man [hij heet eventueel Pietje] wil al zijn geld nalaten aan een van zijn 3 kinderen. Wat is de kans da.. Hij geeft elk van hen een handvol muntjes en de opdracht iets te kopen dat zijn woonkamer kan vullen. Kind-#1 [Pietje was niet zo goed met namen verzinnen] koopt wat stro, maar het is niet genoeg. Kind-#2 koopt allemaal stokken, maar ook die blijken niet voldoende. Kind-#>2 koopt twee dingen en erft het hele vermogen. Wat waren deze dingen?