Pianoglissando's
In de pianoliteratuur treft men (reeds vanaf Beethoven en tijdgenoten) vele vormen van glissando's aan. Zo kent men de genoemde eenvoudige witte-toetsen-glissando's, maar er bestaan ook combinaties van glissando's, zogeheten dubbelglissando's, waarbij bijvoorbeeld een gelijktijdig glissando op witte en zwarte toetsen, of twee-witte-toetsen-glissando's met een interval ertussen worden gespeeld (bijvoorbeeld een octaaf- of tertsglissando). De uitvoering van glissando's vergt een speciale speeltechniek, waarbij doorgaans de zijkant van een vinger of de nagel wordt gebruikt. In een octaafglissando omhoog wordt de duim gebruikt in combinatie met een sterk gekrulde pink, die dan met de nagel speelt. Als dit octaafglissando neerwaarts gaat wordt de duimnagel in combinatie met het vlees van de pink gebruikt. De snelheid van de arm bepaalt de snelheid van het glissando. Sommige geoefende pianisten kunnen met één hand zelfs een akkoordglissando spelen waarbij drie of vier toetsen tegelijk worden gebruikt. Bij het spelen van een glissando op een keyboard zonder gewogen toetsen kan ook de handpalm gebruikt worden om een glissando te maken, omdat er minder kracht nodig is om de toetsen in de drukken.
Het te veelvuldig oefenen van glissando's kan gevolgen hebben voor de gezondheid: er kunnen door de wrijving blaren of schaafwonden ontstaan aan de vinger indien men te vaak dezelfde glissando met het 'vlees' oefent.
Voorbeelden van octaafglissando's uit de pianoliteratuur
Beethoven - Eerste Pianoconcert
Beethoven - Pianosonate No. 21 (Waldstein Sonate) (3e deel)
Weber - Konzertstück in F-klein
Brahms - Variaties op een thema van Paganini
Balakirev - Islamej, Oriëntaalse Fantasie
Liszt - Mephisto Wals Nr. 1