Hallo, nog even wat ik denk over de laatste opdracht:
1. Liesbethe en Hadewych moesten onderhandelen. Liesbeth verteld Hadewych om groen
te stemmen en weet daardoor dat Hadewych zeker aan Anne-marie verteld dat zij ook groen
moet stemmen dus 2 stemmen groen
2. Liesbeth kon aan Frits vertellen om op rood
te stemmen, en wist daardoor weer (bijna) zeker dat Tim ook rood
zou stemmen.
3. Dus 2 rood, 2 groen. Nu Liesbeth nog. Die stemt natuurlijk groen
dus een meerderheid en -10.800! het moet dus eigenlijk een spelletje van Liesbeth zijn!