God was even naar het Paradijs gekomen, hij had immers nog een karweitje dat ie moest afmaken nadat ie Adam daar helemaal alleen had neergezet. God had gezien dat Adam aan wat gezelschap toe was, en had hem, toen Adam aan het slapen was, ongemerkt een rib uit zijn borstkas gehaald.
God riep Adam bij zich, en zei hem: Adam, ik vind dat je eraan toe bent om wat gezelschap te krijgen en om je voort te planten, en ik heb een vrouw voor je geschapen, Eva genaamd. Maar ze is niet hier, je zult ervoor op pad moeten.
Adam had meteen een paar vragen, en God legde uit wat de bedoeling was.
God ging verder: ''Je kunt bij Eva komen door de met de boot die in de rivier ligt, het water over te steken, en via het pad door het bos naar de berg te lopen. Je loopt om de berg heen, en ziet daar een blokhut. Op een bankje op de veranda zit Eva, het vrouwelijk wezen waarover ik het had. Met haar ga je je amuseren, en dat heet met een net woord ''voortplanten''.
Adam vroeg nog een paar dingen, en God legde alles nog eens duidelijk uit. Wat een boot is, wat een rivier is, een bos en een berg.
Adam knoopte dit allemaal goed in zijn oren, en ging op pad. Naar de rivier, hij stak het water over met de boot, liep naar het pad en door het bos. Aan de andere kant van het bos zag hij de berg, liep eromheen, en trof op de veranda bij de blokhut inderdaad een beeldschone vrouw aan. Hij stapte op haar af.
Nog geen 5 minuten later was Adam echter alweer terug bij God, die daar niets van begreep.
Adam zei: Oh Heer, ik heb nog 1 vraag: Wat is ''hoofdpijn''?