Het is de eerste keer.
Je legt je achterover en spant je spieren. Jij houdt hem nog even op afstand terwijl je nog een excuus zoekt, maar hij weigert te luisteren en komt dichter naar je toe. Hij vraagt of je bang bent, en je schudt moedig je hoofd. Hij heeft al ervaringen gehad, maar nu is het de eerste keer dat zijn vinger de juiste plaats vond. Hij stompt diep en jij huivert, je lichaam is gespannen; maar hij is zo zacht als hij zei te zijn. Hij kijkt diep in jouw ogen en zegt dat je hem moet vertrouwen hij heeft dit al vele keren gedaan. Zijn zachte lach stelt je gerust, en je opent een beetje meer, zodat hij meer ruimte heeft om er makkelijker in te kunnen.
Je begint te jammeren en smeekt hem om op te schieten, maar hij neemt langzaam zijn tijd, traag om jou zo weinig mogelijk pijn te doen... wanneer hij harder duwt, dieper gaat, voel je een pijn door je lichaam en voelt een lichte tinkel van bloed wanneer hij doorgaat. Hij kijkt bezorgt naar jou en vraagt of het te pijnlijk is. Jouw ogen zijn vervult van tranen, maar je schud je hoofd en knikt naar hem om door te gaan. Hij begint in en uit te bewegen, vol ervaring, maar je bent nu te verdoofd om hem in jou te voelen.
Na enkele ogenblikken voel je iets in jou ontspruiten, en hij haalt hem eruit, jij ligt uitgedoofd, maar blij dat het achter de rug is. Hij kijkt jou aan met een warme lach; en zegt jou dat je zijn meest koppige maar meest belonende ervaring bent. Jij lacht en bedankt jouw tandarts. Want al met al was het jouw eerste keer dat je een tand liet trekken...
Er was eens een boer die met de trein ging.
"Nee," zei de conducteur, "die geit mag er niet in."
"Maar dit is een cadeautje voor mijn neef!" zei de boer.
"Niks mee te maken," zei de conducteur.
"Dan hang ik hem wel achter de trein," zei de boer.
"Maar dat kan dat beestje niet bijhouden," zei de conducteur verontwaardigt.
"Jawel hoor," zei de boer.
Dus de boer zette de geit achter de trein.
Omdat de conducteur het zielig vond voor de geit, reed die niet zo hard. Maar toen die in de spiegel naar achter keek, zag die dat de geit gewoon rustig mee rende. Omdat hij de boer een opschepper vond reed die toch maar wat harder. En de geit hield het nog steeds bij. Toen ging die conducteur heel snel rijden en zag de geit heen en weer zwaaien.
"Zie je wel dat die geit het niet bij kan houden!" riep de conducteur.
"Nee hoor," zei de boer, "hij kan het wel dergelijk bijhouden. Hij is aan het kijken aan welke kant die moet inhalen!"