Het begon enigszins saai. Vrij onverwacht, ook voor DroomIk bleek ik in een oorlogssituatie te zitten. Lette even niet op tijdens een wandeling door de natuur, en voila: Duitsers. Met automatische geweren.
Naja, hoop rennen, tijgeren door greppels, je kent het wel. Ik had inmiddels een goede voorsprong opgebouwd, toen ik over een laag boerderijtje parkourde - zoeen waar boven de begane grond meteen het puntdak begint. Daar achter kende ik het namelijk. Een pad dat langs een heuvel omhoog schroefde, naar een ingang.
En daar begon de droom pas echt.
In de heuvel was een sprookjeswereld. Een Miyazakiaanse creativiteit aan kleuren en vormen, een chaos waar geen wezen hetzelfde eruit zag.
Snel pakte ik een nieuwe trap die naar boven wentelde, ditmaal in de heuvel, in de chaos. Maar ik wist waar ik naartoe ging: helemaal bovenaan was mijn goede vriend.
En inderdaad, boven aangekomen hing een grote metalen bol aan een ketting, de bol iets meer dan 2 meter in doorsnee.
Tevens was daar mijn vriend: een soort molachtig zoogdier: grofweg menselijk in bouw en beweging, maar kortere ledematen, staande misschien een meter lang, dikbehaard met een grijsbruine vacht, bril, en een vriendelijke uitdrukking op z'n snuit.
We wisten niet zeker of ik was gevolgd, dus we besloten een rondtoer in zn bol te maken. Die ging als een soort monorail/achtbaan door de gehele heuvel. Het naar binnen komen was nog even wringen, want de deuropening van de metalen bol was maar 1m20. Genoeg voor hem, maar ik was nog steeds 1m90.Maar goed, ik had er inmiddels wel handigheid in, want ik was al vaak bij hem op bezoek geweest.
Bij onze rondgang konden we goed observeren, want de kleine raampjes spiegelden naar buiten, zodat niemand ons kon zien. Inderdaad bleek al snel dat ik was gevolgd. Soldaten in lange leren jassen, met goudgele maskers (misschien waren het robots) kamden de heuvel stelselmatig uit.
Toen we weer naar boven ratelden, was het duidelijk dat het niet lang zou duren alvorens we daar zouden worden ontdekt. Het plan was om nogmaals een ronde te maken, dan vlakbij de ingang/uitgang de boldeur open te gooien, te springen, en te rennen.
Bij het opstappunt aangekomen stond een lange rij wezens te wachten: allen wilde vluchten via de bol. Daar was natuurlijk geen plek voor, maar vriend was standvastig: we konden sowieso de eerste meenemen.
Aldus werd het eerste wezen ingeladen. Een soort.. Das, maar meer een gezicht als Maurice van de Madagascar filmserie..
Anyway! Daarmee zat de bol wel vol.
Toen we nog maar kort onderweg waren, bleek er een instroom van ingenieurs. Dat stond althans op hun dunne plastic helmen, en dunne plastic bodywarmers. Een zwerm aan ingenieurs verspreidde zich door de heuvel.
Tevens wandelde er enkelen rond met rode helmen. Iets verderop was een vitrinedisplay met 3 rode helmen, zodat iedereen wist wat ze betekende: Admin.
Dus het plan was klaar. We wachtten tot de bol vlakbij de display was, gooide de boldeur open, sprongen naar beneden, en gristen de helmen.
Enkele ingenieurs nabij keken verbaasd, maar toen ze zagen dat wij blijkbaar Admins waren, gingen ze weer snel met hun taken door.
We besloten om niet te vluchten, maar onze macht te gebruiken om te infiltreren. Helaas werd ik toen wakker