Er komen nog steeds vogels aan, steeds meer. Ze landen op elkaar, buitelen over elkaar heen, het zijn er ontelbaar veel. 'Het is net The Birds!' roep ik. 'Jah duh,' zegt NextGP, 'het zijn vogels ja, tuurlijk zijn het birds'. Ook Tdietz kijkt mij suf aan. 'Nee, The Birds, van Hitchcock, The Birds!' Ik moet schreeuwen om me verstaanbaar te maken, maar die broekies begrijpen me niet. Geïrriteerd door zoveel gebrek aan algemene ontwikkeling bij de jeugd van tegenwoordig schud ik mijn hoofd en kijk ik maar weer naar buiten, op zoek naar Bjorrn.
Dan zie ik wat die vogels hier komen doen. Allemaal zitten ze maar kort op het eiland, ze vliegen meteen weer op. Maar ze laten wel wat achter. De rotsen worden wit, en de witte laag wordt steeds dikker. 'Shit!' roept NextGP, die het ook ziet. 'Ja, dunne shit ja, die vogels schijten alles onder hier!' antwoord ik. Langzamerhand wordt het een beetje lichter, zijn er steeds minder vogels. En het zonlicht wat tevoorschijn komt wordt weerkaatst door de witte smurrie op de rotsen. Het doet pijn aan de ogen. Voorzichtig doet Tdietz een stap buiten de grot, maar hij glijdt direct uit. Als een zoutzak glijdt hij naar beneden, naar het rotsstrand, de zeemeeuwen die er nog zaten opschrikkend. Ik probeer mijn lachen in te houden, maar dan hoor ik NextGP naast me grinniken. Ik kijk hem aan, en we schieten allebei in de lach. We kijken naar Tdietz, die op het strandje probeert op te staan. Hij zit onder de vogelschijt, glibbert weer onderuit en vloekt en tiert alles bij elkaar. NextGP moet zo lachen dat hij steun zoekt bij de muur. Ik zie hem wegglippen en hij gaat dezelfde weg als Tdietz. Proestend van het lachen glijdt hij naar beneden, waar Tdietz een nieuwe poging doet om op te staan. Met een prachtige draai gooit NextGP zichzelf met zijn benen in de lucht tegen Tdietz aan, en samen glijden ze verder. Een deels lachende, deels vloekende kluwen armen en benen. Ze hebben een pad voor me geveegd en voorzichtig loop ik ook richting het strand.
'Whoehaaa!' Ik schrik me rot. Met een schreeuw springt een volledig witte gedaante achter een rots vandaan. 'Aaaaaaaaaah!' schreeuw ik, en ik glij van schrik onderuit. Dan zie ik het. 'Eikel! Hoe durf je een oudere vrouw zo te laten schrikken. Levenslink!' NextGP en Tdietz staken hun pogingen om overeind te komen en kijken me aan. 'Bjorrn, daar ben je!' roept Tdietz. 'Whahahaahaha wat zie jij eruit' lacht NextGP. Bjorrn is volledig met vogelpoep bedekt, zijn haar staat recht overeind. 'Ja, lach maar' zegt hij, 'maar ik heb mooi wel voor het avondeten gezorgd.' En met een trotse glimlach haalt hij vier besmeurde zeemeeuwen achter zijn rug vandaan. 'Bjorrn, held!' roep ik blij, en ik probeer hem te omhelzen, maar hij weert mij met een van walging vertrokken gezicht af. 'He bah, oud mens, raak me niet aan' zegt hij. Ik trek mijn neus op, en ik ruik waarom ik hem beter niet kan aanraken.
'Hoe heb jij die vogels eigenlijk gevangen?' vraagt Tdietz, die bij ons is komen staan. 'Nou gewoon' zegt Bjorrn, 'ik heb ze gevangen, klaar.' NextGP is eindelijk uitgelachen en hoort wat Bjorrn zegt. 'Zoiets vang je niet gewoon, wat heb je gedaan en waarom ging je niet mee naar de grot?' vraagt hij. Bjorrn loopt een beetje rood aan en wordt boos. 'Hou s op met vragen zeg, wees gewoon blij dat ik die vogels heb' zegt hij al stampvoetend. Tdietz blijft aandringen, en ook ik ben heel nieuwsgierig. Maar we moeten lang doorvragen voordat Bjorrn eindelijk zegt: 'ja, nou, ik wou met jullie mee naar de grot, maar ik struikelde. En toen landden al die vogels ineens vlakbij me, en op me. En daar schrok ik een beetje van, en toen heb ik het in mijn broek gedaan. En toen alle vogels waren opgevlogen lagen er een paar dood tussen mijn benen, zomaar ineens. Maar we hebben wel avondeten!'
En zo is het ook gegaan. Een regenbui spoelt die het eiland schoon. Bjornn wast zich uitgebreid in zee, terwijl Tdietz een vuur aanmaakt en NextGP en ik de vogels kaalplukken. En terwijl de avondzon in de zee zakt eten wij onze buiken rond. Klaar voor een nieuwe nacht, en opgeladen voor de volgende proef. Dankzij bange broekenpoeperd Bjorrn kunnen wij er weer even tegenaan. En dus is hij toch een held!