Nog een greep uit de Paulien hints en haar verdachte gedrag (onderaan de meest recente):
-zegt voortdurend: ‘ik ben geografisch gehandicapt’ en maakt opmerkingen over slecht zien/dingen niet kunnen zien.
-haalt bijna standaard weinig tot geen geld binnen, met uitzondering van de rotssprong (maar Kees heeft ook geld binnengehaald) of laat anderen voor jokers spelen. Volgens het follow-the-money principe heeft ze minder verdiend dan Kees als ik goed geïnformeerd ben.
-Joep vertelt in aflevering 2 rond 48:45: "Carolien heeft behoorlijk wat geld binnen gebracht, Tim heeft geld binnen gebracht, Kees heeft geld binnen gebracht, Paulien...ja, op een of andere manier geloof ik gewoon niet dat Paulien de mol kan zijn, en als ze wel de mol is, dan is ze echt briljant." Later blijkt dat de mol zegt dat Joep geen een keer gelijk heeft gehad..
-Dubieus aandeel in het bootspel; Als boot duidelijk verkeerd staat zegt ze dat ze denkt dat het nog wel kan om een foto te maken (nee!).
-zegt over de kokers openmaken; misschien is het de doos van Pandora (mythologisch verhaal, iemand kon zn nieuwsgierigheid niet bedwingen terwijl de doos niet open mocht, en alle ellende van de wereld kwam eruit tevoorschijn en vanaf dat moment had de aarde het kwaad over zich afgeroepen (rampen, misdaad etc). Klinkt als dé plek van de mol.. Maar vervolgens gaat ze mee in de eerste koker openmaken (niet de aanzetter ertoe), maar als blijkt dat die leeg is (merkt fotopapier niet op!), zegt Paulien bij 2e koker: “de andere ook dan maar? (heel verdacht). Wil het fotopapier dan natmaken.
- aflevering 5, bij de puzzel, op minuut 8:13 zegt ze iets over de start van de opdracht en haar stem klinkt raar, blikkig, alsof ze ver weg is ineens; suggestie, zit ze in haar hol in de grond en klinkt het daarom even zo raar?
-In de kerk lijkt er op een gegeven moment heel kort een gezicht zichtbaar, rechts van de orgelspeler en op de plek waar spiegeltjes zitten bij sommige orgelkerken. Gezichtskleur en haar leken op Paulien.
-Drive in: De mol was bevriend met Janine. Als je aflevering 3 terugkijkt hoor je dat Paulien het erg jammer vindt dat Janine eruit lag en ze krijgt ook haar jokers.
* "Het ‘wie is de molspel’ in het Krugerpark was vooral aan het begin en aan het eind spannend, voor mij dan"; geldt meer voor Paulien dan voor Kees.
-Veel spelfouten te vinden binnen het spel, te veel, zou goed in verband met Paulien gebracht kunnen worden.
-Paulien "vindt" de ladder miraculeus halverwege de ontwikkelopdracht; volgens Marc-Marie Huybrechts een bewijs dat ze de mol niet kan zijn, maar volgens mij het omgekeerde; die opdracht moest gespeeld worden van het productieteam om te begrijpen wat er met die briefjes was gebeurd en waar de Mol het meest had gemold. En anders was het ook een suffere aflevering geworden met maar 2 opdrachten.
-In de finaletalk aanloop zegt ze twee outdoorbroeken te hebben meegenomen (bovengronds/uit het hol) die zandkleurig zijn (weer referentie naar mollenhol),
Ze zegt niet de mol te kunnen zijn, "want ik kan heel slecht liegen, maar dat geloven mensen dan weer niet, maar dat valt weer niet te ontkennen." Ontrafel deze drievoudige ontkenning en ze zegt: Ik kan niet liegen (ik lieg niet), Dat geloven mensen niet (ik lieg dus wel) en dat valt weer niet te ontkennen (ik lieg dus wel).
- Er wordt in de trein gezegd: "1500 euro, de helft is waar" tegen Kees, toen hij bij die enveloppen stond (waar Paulien haar envelop op de berg zo duidelijk in beeld kwam).
Hij koos toen de envelop van Carolien. De helft is waar: Caro is fout, Lien is goed. Paulien.
-De man met het molboekje in de trein; staat in een ander handschrift en anders gespeld: Vraag 20: PAULIEN. Lijkt erop dat dit ofwel het molboekje van Paulien zelf was (puur wat vorm en kleur betreft) of mogelijk van Ewout of Joep. De boekjes waar Paulien in de bieb als een bezetene op zit te jagen (en waarbij ze uitkomt bij de Grote Letterboeken van de afdeling FICTIE).
-In de treinsuite zouden ze de ware aard van de mol te zien krijgen; alleen Pauliens inhoud is niet gefilmd, maar ze lacht wel. Mogelijk zat er een spiegeltje in (beeld spreekt luider dan woorden, de rest kregen briefjes met woorden erop) en later verwijst Art op het perron naar het gezegde: wie het laatste lacht, lacht het best.
(Deel II volgt meteen)