En dat brengt ons bij de filmweek! Want ook hier is een bioscoop gebouwd. Ik pak het echter wat anders aan dan de rest; bij mij geen kaskrakers. Een gewaagde keuze, want kaskrakers brengen wel de massa naar de bioscoop. Ik ga, in zaal 1, echter voor een genre wat lastiger aan de man te brengen is:
documentaires!
De documentaire kent vele stigma's. Eén daarvan is dat het iets 'echts' laat zien, de waarheid. Dingen zoals ze zijn. Reality tv ten top dus. Maar wat is de waarheid? En kan je die überhaupt op camera vastleggen? Want is iemand voor de camera, wetende dat hij gefilmd wordt, nog wel zichzelf? En je hebt altijd te maken met montage, en waarop worden de keuzes daarin gebaseerd? Helemaal objectief krijg je het dus niet bij het medium film. In de jaren zestig ontstaat er een nieuwe stroming binnen de documentaire, die in Frankrijk cinéma vérité wordt genoemd en in Engeland de direct cinema. In deze stroming worden personages letterlijk en figuurlijk op de huid gezeten. Lichtere camera's en handzame geluidsapparatuur maken dit mogelijk. Een aanhanger van deze nieuwe stroming is de Nederlandse Bert Haanstra, één van de beroemdste filmmakers van ons land. Hij filmde mensen zonder dat ze het wisten, met verborgen camera's. Jarenlang bleef verborgen dat hij echter wel één en ander uitlokte, zoals het bewust veroorzaken van een file om menselijke irritaties vast te leggen, of het te water rijden van een auto met een stuntman, om een reddingsactie te filmen. Desalnietemin wist hij menselijk gedrag in de puurste vorm vast te leggen, en zo ontstond in 1963 de film Alleman. Een documentaire over onszelf, de Nederlander (of voor de Belgen onder ons: een film over onze noorderbuur, de Nederlander.
)
Alleman kwam in de bioscopen en is nog steeds één van de tien bestbezochte films op het Nederlanse witte doek.
Vanaf nu draait hij hier, in zaal 1. Kijk en laat je verrassen!