DE KANDIDATEN
Die groep wordt al sinds jaar en dag samengesteld door Jan Peter 'JP' Pellemans, samen met Eva Keune. Pellemans, een man met een groot talent voor huggen, heeft maar liefst twee banen waar mysterie aan kleeft: hij is de stem van Lingo en de kandidatenbegeleider van Wie is de Mol?, die in cafés op fluistertoon gesprekken voert met BN'ers om ze te polsen voor het komende seizoen.
'In het eerste jaar dat we het programma met BN'ers maakten, was het bijna onmogelijk om kandidaten te vinden', zegt Pellemans. 'We hadden een brainstormweekend en ik hoor nog hoe Angela Groothuizen ter plekke Neelie Kroes opbelde. 'Dag mevrouw Kroes, u spreekt met Angela Groothuizen.' We waren zo vol van ons idee, dat we dachten: iedereen wil meedoen'. Kroes bedankte voor de eer, net als vele anderen.
Sinds het immense succes is het makkelijker kandidaten te ronselen. Ze melden zich spontaan aan. En dan is er een soort casting, die ook op intuïtie gebeurt. 'Wij zijn er in de loop van de jaren achtergekomen dat Wie is de Mol? een feelgoodprogramma is', zegt Pellemans. 'Dus we schatten van te voren in of die tien mensen een soort van vrienden van elkaar kunnen worden. We zoeken zo min mogelijk mensen die met bommen gaan gooien.'
Een andere voorwaarde: kandidaten moeten goed kunnen biechten. De biecht is een opname waarin de kandidaat alleen, tegen een zwarte achtergrond, vertelt wat hij heeft meegemaakt en wat hij denkt. Pellemans: 'Eva en ik verkneukelen ons vaak. Dan fietsen we weg na een gesprek met een potentiële kandidaat en zeggen we tegen elkaar: o, die gaat lekker biechten!'
DE MOL
Hetzelfde gevoelige proces gaat vooraf aan het uitkiezen van de mol. 'Meestal willen zes van de tien kandidaten mol worden', zegt Pellemans. 'Dat is best veel. Maar in het jaar dat Milouska Meulens de mol was, wilde zij alleen het. En ze was geweldig! Niet iedereen heeft er zin in. Je hebt de last van een groot, duur programma op je schouders. Als je het niet goed doet, kukelt het in elkaar.'
Ondanks de inmenging van de psycholoog - er worden uitgebreide tests en analyses losgelaten op de mol - blijft het ingewikkeld om iemand te kiezen, zegt Pellemans. 'Je weet nooit hoe het straks dáár gaat. We hebben vaak een killing vliegreis en dan begint het meteen. Je kunt niet zeggen: ik ben er vandaag even niet.'
Pellemans raakt altijd ontroerd als hij een ex-mol ziet. 'Als ik iemand als George (Langenberg, red) tegenkom', zegt hij over de mol uit seizoen drie, 'ja, stom, ik krijg nu tranen in mijn ogen. Het is een enorme taak en ik heb ongelofelijk respect voor alle mollen die we hebben gehad.'
De mol moet volgens Pellemans aan een paar voorwaarden voldoen: 'Stevig genoeg zijn en een frisse kleur aan het molschap geven. Je zag dat Kees Tol als mol vlijmscherp de grens tussen vriendschap en molschap trok. Patrick Stoof was juist de gemoedelijke Brabander. En Dennis Weenings groep ging elke avond uit. Hij lag bij wijze van spreken aan een tequilla-infuus. En toch moest hij doorgaan.'
DE MOLLOTEN
De lol bij de zoektocht naar de mol verklaart volgens Pellemans een deel van het succes. 'In Nederland zijn we dol op whodunnits. Denk aan al die detectiveseries die zo goed worden bekeken.' En dan zijn er nog de andere trekkertjes: zien hoe bekende Nederlanders er zonder visagie, zwetend in een afritsbroek, uitzien. 'Iedereen wil weten hoe Daphne Bunskoek in het echt is.' En: de glamour van de bezochte landen. 'Mensen boeken hun vakantie naar aanleiding van het programma.'
'Het is een van de weinige programma's die je zowel passief als actief kunt kijken', zegt McCullough. 'Je kunt het over je heen laten komen: de mooie plekken, de coole muziek, de leuke mensen. Of je kunt het spel meespelen.'
De opgave voor de programmamakers is om niet te veel weg te geven, terwijl je je publiek toch de ene smakelijke clou na de andere voorschotelt. McCullough noemt het een Catch-22: 'Het is schizofreen. We durven niet te veel te onthullen over de mol. Tegelijkertijd moet je natuurlijk wel aanwijzingen geven, zodat je in de finale kunt zeggen: dit hadden jullie kunnen zien!' Jongstra: 'Het is een keer misgegaan, in seizoen zeven in Thailand. De mol, Inge Ipenburg, stond aan het begin van elke aflevering in gebarentaal te seinen. Bij aflevering acht kwam dat bovenwater en stond het voor de Molloten vast dat zij de Mol was.' Het grappige was: 'De Molloten reageerden daar teleurgesteld op. Geef je te duidelijke aanwijzingen, zijn ze boos. Doe je te ingewikkeld en kom je met in spiegelbeeld gedraaide woorden die een hint moeten geven, dan zeggen ze: ik begrijp er helemaal niks van.'
En toch blijven ze allemaal kijken, zegt Jongstra met zichtbaar genoegen. 'Op de school van mijn kind is een vader die bij de Autoriteit Financiële Markten werkt. Hij zei laatst: op mijn werk gaat het nog maar over twee dingen. De nieuwe wetgeving en Wie is de Mol?'