Dagboek Jan-Willem
Dat was het dan. Vlak voor de finale alsnog Jan Willem Roodscherm. Als ik mee had gedaan aan 'Wie is de afvaller?' was ik misschien nóg verder gekomen.
Alhoewel. Deze zag ik niet aankomen. Vastberaden was ik om er voor te zorgen dat Freek die finalevrijstelling niet zou pakken. Maar niets is wat het lijkt. Art stond, tegen de verwachting in, keurig buiten te wachten terwijl Freek lachend vanuit zijn schuilplaats met ons mee kon luisteren. In de echte wereld heet dat ongeoorloofd afluisteren. Daar worden ministers (bijna) voor naar huis gestuurd. Maar dit is Wie is de Mol? Een parallel paranoia universum waar enveloppen het winnen van internetbankieren (als je ze hebt tenminste). Waar je naar hartelust kan liegen en bedriegen. Waar je geen vrienden koopt met jokers en waar de meest betrouwbare van de groep, ineens de hoofdverdachte van de kijkers kan worden. Ik wilde het zo graag van me af schreeuwen, wanneer ik voor de zoveelste keer als De mol werd aangesproken bij de kassa van de supermarkt. Of als luisteraars van m'n programma hun zeer geloofwaardige theorieën deelden waaruit zou blijken dat ik de mol ben.
En nu mag het eindelijk IK BEN HET NIET! Zo dat lucht op.
In het vliegtuig naar huis besefte ik me pas echt wat er was gebeurd. Met m'n strategie om vanaf de achtergrond te sturen als het moet en te observeren als het kan, heb ik de mol een dienst bewezen. M'n gevoelsmol. In alle testen heb zo gespreid dat ik altijd voldoende antwoorden op m'n gevoelsmol heb ingezet. Want ik kan hem of haar niet uitsluiten zei ik dan in de biechten die jullie nooit gezien hebben. Tot de laatste test. Toen heb ik geprobeerd naar de feiten te kijken. Ben ik vol m'n verstand achterna gegaan. Dom. Want inderdaad, niets is wat het lijkt. Nu maar hopen dat m'n gevoel me niet in de steek heeft gelaten. Dat zal 20 maart blijken in de finale. Op m'n verjaardag. Best verdacht eigenlijk vind je niet?! Ik zal een mooi shirt aantrekken. Dat heeft de Mol wel verdiend.