DAGBOEK VAN DE AFVALLER - AFL. 4
Tijd voor de test. We zijn met de groep in een wijnopslag. Als je daar ook maar even binnen staat, word je dronken van de alcoholwalm. Het stijgt me meteen naar mijn hoofd. Maar dat kan ook komen door de lange dagen die we maken.
Het is heel leuk maar ook heel vermoeiend. Je slaapt weinig maar je moet je wel constant concentreren: “Ruben heeft zijn trui uitgetrokken, dat moet ik zo even opschrijven. Oh, en Olcay heeft een zonnebril op, zie ik. Zit mijn tas eigenlijk wel op slot? Is Simone echt zenuwachtig of doet ze alleen alsof? Een wijnopslag, is dat een hint? Praat ik nou hardop?”
Je moet zo krankzinnig veel details onthouden. In de test die ik maak zit een vraag over de houding van de Mol op de laatste groepsfoto. Of de mol de handen in de zakken had, of juist de armen over elkaar, of langs het lichaam… Als er tussen de mogelijke antwoorden Boeien had gestaan, had ik daar waarschijnlijk in een impuls op geklikt. Elk moment, alles kan terugkomen in de test. Voor iemand die juist altijd naar het grote verhaal probeert te kijken is dat een hel.
Ergens voel ik wel dat ik dit niet lang ga volhouden. Ik ben al blij dat ik niet de eerste afvaller ben. Arme Ron… Ik heb eigenlijk ook wel zin in wijn, lekker eten, een douche, een bank, een film… ja, een film! Maar ik heb ook heel veel zin in nog een opdracht, iets met lasergeweren of juist een moeilijke puzzel en dat alleen ík dan heel veel jokers win.
Art tikt mijn naam in en het scherm wordt rood. Het wordt dus een film.
Maar ik heb het geweldig gevonden. Het is een soort schoolreisje met volwassenen. Of volwassenen… tijdens de opdrachten wordt iedereen als een kind zo blij. En alles is zo strak geregeld dat je net als vroeger je vinger opsteekt en netjes vraagt of je naar de wc mag. En dan rijdt de bus verder zonder jou.