Dagboek van de afvaller - afl. 7
Daar is het rode scherm. Ik ben niet verbaasd, ik voelde het aankomen.
De molmeditatie voor intuïtie hè. Er zaten voor mij teveel gokvragen in deze test en ik was niet in mijn beste doen. Of de Mol zichzelf een 7,8 of 9 voor behulpzaamheid geeft. Of de Mol Parool, Trouw en Volkskrant leest of Parool, NRC en Volkskrant. Dat soort vragen. Een test waar jokers meer dan handig zijn. En die jokers, die heb ik niet. De zwarte vrijstelling, die heb ik op het verkeerde moment uitgespeeld. Ik moet meteen een gesprekje met Art doen. Leuk, Art! Oh nee, niet leuk, ik lig eruit. Ik zeg wat teksten op die mij te binnen schieten en niet al te dramatisch klinken, de echte ontlading – het Grote Snikken - dat komt later wel.
Dit is een harde, fanatieke groep spelers. Ik ontbeer het ongelooflijke fanatisme van spelers als Jan en Simone en moet me zien te verhouden tot het alles overheersende, geestige leiderschap van Olcay. Ik ben een teamplayer, wil een maatje. Die heb ik wel en niet. Trust nobody is de kern van het spel.
Ik denk dat ik vroeg in het spel al wist wie de Mol was, en dat is een groot voordeel geweest. Het was de reden dat ik ‘nee’ zei op Arts vraag: ‘Wil je nu al weten wie de mol is?’. Ik dacht: hoeft niet hoor, dat weet ik al, maar ik wil wél een vrijstelling voor de finale, maar dat was niet zijn volgende vraag. Mijn droomscenario - een hilarische finale op paalhakken, geleend van mijn bondje – werd moeilijker naarmate steeds meer spelers de Mol op de hielen zaten.
Ik ben de zesde afvaller, heb veel kunnen meemaken. Wie is de Mol is een onvoorspelbaar en bizar avontuur. Het was indrukwekkend, vermoeiend, ontluisterend, pittig, geweldig - allemaal tegelijkertijd. Ben benieuwd of ik juist zat met de Mol of dat ik mijzelf tóch heb ingegraven in een diepe tunnel. En oja. Ik vind het nog steeds onwijs jammer voor Ron.
Stine