Het heeft even geduurd (want het is soms lastig om de juiste bewoordingen op papier te krijgen over een onderwerp als dit en ik was er heel lang niet tevreden mee), maar het is tijd voor het volgende onderwerp:
validisme.
In het Engels wordt het woord ableism gebruikt, en ook dit wordt in het Nederlands wel eens letterlijk overgenomen. Als we het hebben over validisme, bedoelen we discriminatie en vooroordelen tegenover mensen met een handicap. Maar eigenlijk gaat het nog iets verder dan dat. De definitie die Emily Ladau gebruikt in haar boek Demystifying Disability, is als volgt:
“Ableism is attitudes, actions, and circumstances that devalue people because they are disabled or perceived as having a disability” – Validisme bestaat uit houdingen, acties en omstandigheden die mensen devalueren omdat ze gehandicapt zijn of als gehandicapt worden gezien. Dat is ook waarom we in het Nederlands het woord validisme gebruiken: omdat het gaat om de waarde die we iemand toekennen op basis van zijn lichamelijke, verstandelijke of psychische gesteldheid.
Validisme gaat niet alleen over individuen die gehandicapte mensen discrimineren: het is een structureel probleem. De samenleving is zo doordrongen van validisme, dat het vaak normaal wordt gevonden. Vrijwel alles in de wereld is gemaakt voor niet-gehandicapte mensen en voor hoe zij functioneren. Als je gehandicapt bent, zijn er daarom vaak een hoop drempels die je belemmeren om volwaardig mee te draaien in de maatschappij. Te vaak wordt dit gezien als een intrinsiek onderdeel van iemands handicap, terwijl iemand prima mee had kunnen doen als we de maatschappij anders hadden ingericht.
Maar in de praktijk zijn gehandicapte mensen te vaak een bijzaak, als er überhaupt al aan ons bestaan wordt gedacht. Toegankelijkheid is nog steeds geen recht in Nederland, maar een gunst: ook nieuwe huizen, gebouwen of
bijvoorbeeld bruggen worden nog steeds ontoegankelijk gebouwd. Producten die nodig zijn of bedoeld zijn voor gehandicapte en chronisch zieke mensen worden als overbodig gezien of zelfs verboden (zie
plastic rietjes). En dat zijn dan alleen nog maar voorbeelden van ontoegankelijkheid en institutioneel validisme: de manieren waarop mensen met een beperking worden gediscrimineerd door wetten en besluitvorming, en buiten worden gesloten van de samenleving.
Uiteindelijk komen alle vormen van validisme voort uit hoe gehandicapte mensen worden gezien in de samenleving. Dit beïnvloedt zowel hoe goed we mee kunnen doen in de maatschappij, als hoe anderen ons behandelen, als hoe we onszelf zien (geïnternaliseerd validisme).
Dit gaat om validistische vooroordelen als:
- Denken dat iemand niet echt gehandicapt is als ze niet (altijd) een hulpmiddel nodig hebben.
- Denken dat iemand niet echt gehandicapt is als de handicap onzichtbaar is.
- Denken dat chronisch zieke mensen de hele dag lui op de bank zitten.
- Denken dat gehandicapte mensen niet voor zichzelf kunnen praten of beslissingen kunnen nemen.
- Denken dat gehandicapte mensen per definitie een tragisch leven hebben en alleen maar lijden.
- Mensen niet geloven als ze het hebben over hun eigen beperkingen en geleefde ervaringen.
- Denken dat alle gehandicapte mensen genezen willen worden.
- Denken dat het beter is om dood te zijn dan gehandicapt.
- Een gehandicapt persoon als intrinsiek “kapot” zien, als iemand waar iets mis mee is.
- Gehandicapt zijn en de eigenschappen van gehandicapte mensen als intrinsiek onwenselijk zien.
- Maar ook: vergeten dat gehandicapte mensen überhaupt bestaan en ons compleet negeren.
Al deze ideeën en vooroordelen hebben consequenties voor het dagelijks leven van gehandicapte mensen. Het beïnvloedt onze kans op een baan, waar we kunnen wonen, hoe moeilijk het is om een uitkering te krijgen, een opleiding af te ronden, van voorzieningen als het OV gebruik te maken. Het beïnvloedt de zorg die we ontvangen, het onderwijs dat we ontvangen, de interactie met andere mensen, etc.
Op elk niveau van de maatschappij lopen gehandicapte mensen aan tegen discriminatie, uitsluiting en ontoegankelijkheid omdat ons bestaan en onze mensenrechten niet worden meegenomen in besluitvorming. Gehandicapte mensen worden vaak niet als volwaardig mens gezien met volwaardige rechten. Te vaak wordt er naar ons gekeken vanuit een liefdadigheidsmodel: alsof we zielige mensen zijn die maar heel dankbaar moeten zijn wanneer er überhaupt naar ons wordt omgekeken. Maar dan zie je ons dus als minderwaardig, en niet als een gelijkwaardig persoon die dezelfde rechten verdient als ieder ander. Mensenrechten zijn, zoals het woord al zegt, een recht, geen gunst.
Validisme is een te groot onderwerp om volledig te kunnen behandelen, maar ik hoop dat dit een klein beetje inzicht heeft gegeven in de verschillende manieren waarop validisme zich manifesteert in de samenleving. Als je eenmaal weet wat het is, ga je het steeds vaker zien.
LeestipsWaarom je relschoppers geen idioten moet noemen Men is tevreden met de kruimels De Twitter-hashtag #AlledaagsValidisme Kijktips