Cavia Pieter en het koffielepeltjeAan de rand van het bos woonde het meisje Nel,
in een huisje met een tuintje, een deurtje en een bel.
Eigenlijk heette ze Pieternelleke, maar dat zei je niet snel,
dus ze noemde haar cavia Pieter, en samen waren ze PieterNel.
Pieter was heel slim, en snapte alles wat ze zei,
én, meldde Nel, soms praat hij ook met mij!
"Dat kan niet", sprak de moeder van Nel:
"Cavia's praten niet". Maar Pieter zei van wel.
Zo ging het lang goed, aan de rand van het bos,
maar op een dag was het huisje één grote chaos.
Kussens, knuffels knutsels, alles lag verspreid,
want onze lieve Nel, was haar koffielepeltje kwijt.
Nel spaarde lepeltjes, maar van deze hield ze het meest,
want vroeger, was het van haar oma Pieternelleke geweest.
Hoe ze ook zocht, vinden deed ze het niet,
nergens bleek het lepeltje te zijn, tot haar grote verdriet.
Toen Nel eindelijk sliep, was het diep in de nacht -
maar toen begon Pieter met zijn koffielepeltjesjacht.
"Goed dan", zei hij, "waar zal het lepeltje zijn?
Ik kan niet overal zoeken, want ik ben maar klein."
Zo dacht Pieter lang en uitgebreid na,
over kastjes, plankjes of toch gewoon de la..
Maar overal had Nel al driemaal gezocht,
behalve dáár, waarheen ze niet mocht..
Het bos was altijd een verboden gebied,
en Nel was een braaf meisje - dus daar kwam zij niet.
Pieter was geen braaf meisje, maar een cavia,
en vertrok dus onmiddelijk, het lepeltje achterna.
Onderweg naar buiten, nam hij een pen met zich mee,
want hij wilde cavia blijven - en niet een diner.
Voor cavia's zijn bossen gevaarlijk, besefte hij goed,
even niet opletten, en het is het laatste dat je doet.
Eenmaal bij het bos aangekomen twijfelde Pieter sterk,
hier komen was makkelijk - maar nu kwam het grote zoekwerk.
Gelukkig was er een mol, aan de nachtelijke graverij,
maar die hield niet van koffie - het zetten was zo'n karwei.
Ook de eekhoorn, schildpad en haas wisten het niet:
"Nee hoor, water - of hooguit thee, zijn bij ons favoriet!
Koffiezetten kunnen we, suiker erin, zelfs melk opschuimen,
maar roeren met koffielepeltjes.. daarvoor missen we de duimen!".
Zo liep Pieter door het bos, van adres naar adres,
maar waar hij ook aanklopte: hij had geen succes.
Uiteindelijk kwam hij bij het holletje van een heel klein dier,
die dronk vast geen koffie - maar hij was nu toch hier.
Pieter klopte op het deurtje van het huisje,
en prompt verscheen in de deuropening een jong bosmuisje.
"Vind je ook niet dat mijn haar goed zit?", zei het met een giechel,
"ik heb het zelf gedaan, met mijn nieuwe spiegel!"
'Een nieuwe spiegel, zo-zo, hum-hum', antwoordde Pieter moe,
'dat klinkt
fascinerend: ik ga maar naar het volgende huisje toe'.
"Ach nee, niet weg gaan, je bent er net!", zei het muisje vlug,
"Ik krijg niet zo vaak bezoek.. en je moet nog helemaal naar huis terug."
Zo werd Pieter overgehaald om toch binnen te komen,
en wat hij daar zag, had hij niet durven dromen!
Midden in de kamer stond het koffielepeltje dat hij zocht -
"Mooie staande spiegel he?", zei het muisje: "Vandaag nieuw gekocht!"
'Maar mijn beste bosmuisje', zei Pieter verrast:
'Dat is geen spiegel, maar een koffielepeltje - zeker en vast!'
"Wat zeg je me nou", antwoordde het muisje: "Is dat wat je ziet?
Nou dat is dan jammer - want koffie drink ik niet.."
"Ik denk dat ik kan helpen", zei Pieter snel,
"jij drinkt misschien geen koffie - maar ik doe dat wel!
En weet je wat, dan ruil ik je deze mooie pen,
dan kan je anderen schrijven, zodat je nooit meer alleen ben."
"Weet je dat zeker", vroeg het muisje: "Dat lijkt me heel fijn,
en zeker als wij dan ook penvrienden konden zijn!"
'Natuurlijk', zei Pieter: 'dat wil ik wel,
Ik woon heel makkelijk, aan de bosrand bij Nel'.
"Oh, bij Nel", zei het muisje, en krabbelde het neer,
"lekkere kaas hebben jullie - daar kom ik wel meer."
'Nu moet ik gaan', zei Pieter: 'Het is nog een reis'
En zo kwam hij terug, met het lepeltje als zijn prijs.
Toen Nel de volgende ochtend wakker lag daar,
naast haar hoofdkussen, het koffielepeltje al klaar.
Ze sprong op en danste, wat was het lepeltje mooi,
maar Pieter miste alles - slapend in zijn kooi.
Sindsdien hebben PieterNel vele brieven geschreven,
en heel wat opgestoken, over een bosmuisjes leven.
Zolang de moeder van Nel het maar niet ziet,
want moeders kan je veel vertellen - maar cavia's praten niet.
Zoiets bijvoorbeeld