Het was een groot huis met een mooi aangelegde tuin. Deze man had smaak vond John. Ron parkeerde de auto op het terrein en stapte uit.
“Wat een keet”.
“Maar wel een mooie keet”.
“Dat vind jij”, beet Ron hem toe.
Ze liepen naar de grote houten voordeur en belden aan. Na een paar seconden werd de deur door een man met een zwarte smoking open gedaan.
“U wenst?”
“Wij wensen graag meneer Velthuizen te spreken”, sprak John rustig.
”En u bent”?
“Ik ben rechercheur John, met J-O-H-N, en dit is mijn collega Ron.”
“Ik zal kijken of hij u kan ontvangen”.
“Vriendelijk is anders”, sprak Ron knorrig.
“Ik dacht butlers waren om mensen te dienen en niet om mensen weg te jagen”.
“Ze doen wat hun wordt opgedragen, en dat kan zijn, wildvreemden buiten de deur houden”, zei John.
Voordat Ron kon reageren zagen ze de man weer verschijnen met een sleutelbos. Hij rammelde aan het slot en de deur ging open.
“Volgt u mij”, sprak hij met een harde stem.
De man leidde hen naar een klein vertrek.
“Meneer Velthuizen moet zich even omkleden, hij is zo bij u”.
John ging zitten en Ron volgde zijn voorbeeld.
Na een paar minuten ging de deur achter hen krakend open. John draaide zich om en in de deuropening stond een gespierde lange man met krullend zwart haar en een snor. Hij keek John aan en ging zitten.”
“Waarmee kan ik u van dienst zijn heren”?
“Wij zijn hier om u van een tragisch bericht op de hoogte te brengen”.
De man keek de rechercheurs verbaasd aan.
“Uw dochter is overleden, ze is gevonden in een vakantiebungalow in Amsterdam Noord”.
De man keek hen geschrokken aan: “dit had ik haar niet gegund”, mompelde hij in zich zelf.
“Had u een goede band met uw dochter, meneer Velthuizen”?
“Noem me toch Henk, dat hoor ik liever”.
“U bent niet echt onder de indruk van de dood van uw dochter”, sprak John verbaasd.
“Laat ik het zo stellen”, zei Henk. “Ik zag mijn dochter een keer in het jaar, en dan kwam ze alleen maar voor geld”.
“Verder had ik helemaal geen contact met haar, ik wist alleen dat ze met die vriendinnen van haar een escortbureau had opgezet. Dat was een van de dingen waar we ruzie over hadden.
Er volgde een stilte.
“Had uw dochter vijanden”, vroeg John
“Behalve mij, viel die ex-vriend haar wel eens lastig”,verder heb ik geen idee.
“Hebt u uw dochter de afgelopen tijd nog gezien of gesproken”,vroeg John
“Nee ik heb haar de afgelopen tijd zeker niet gezien of gesproken”, sprak hij resoluut.
“Waar was u gisteravond tussen tien en elf”, vroeg Ron.
“Toen was ik thuis, mijn butler kan het bevestigen”.
Ron startte de motor en reed het terrein af.
“Wat vond jij van zijn verhaal”, vroeg Ron aan John.
“Ik weet het niet, ik geloof hem niet helemaal”.
“Nou wat nu”.
“Op naar de ex-vriend van Marieke”, zei John.
“Ik heb z’n adres in de database gevonden”.
“Laten we eerst naar het bureau gaan, om te kijken of er nog berichten zijn”.
“Er zit iemand boven op je te wachten, zei de wachtcommandant”.
“Wie is het”,vroeg John.
“Het was ene Vissers”.
“Ron breng jij haar even naar de verhoorkamer, ik ga even koffie halen”.
“Doe ik”, zei Ron.
John liep naar zijn postvakje en zag dat de foto’s en het overlijdingsrapport erin lagen.
Hij nam ze mee met een sterke bak koffie erbij.
Hij deed de deur van de verhoorkamer open en zag dat Ron al begonnen was met de ondervraging.
Hij ging zitten en luisterde aandachtig welke vragen Ron allemaal stelde. Hij besloot het verhoor aan Ron over te laten.
Na 20 minuten vertrok Lisanne Vissers en John stond op.
“Waarom zei jij niks?”, vroeg Ron.
“Ik wilde het een keer aan jou overlaten”, antwoordde John
“En hoe vond je het gaan, deed ik het goed?”
“Jawel, best aardig”.
John glimlachte
“Maar niet zo goed als mij”.
Ron lachte.
“Nee dat duurt nog even”.
John ging achter zijn bureau zitten en bekeek het overlijdingsrapport.
“Ze is vergiftigd met rattengif”.
“Met rattengif?”, vroeg Ron verbaasd.
“Daar hebben we niks aan, dat kun je gewoon in de winkel kopen”
“Ja soms zit het tegen soms zit het mee”, sprak John spottend.
“Nou het heeft ons nog niet veel meegezeten”.